Charles de Gaulle zei ooit: “Les hommes cherchent les galons, les femmes cherchent l’amour et tout le monde cherche le bonheur, qui n’existe pas” Neen, groot geluk bestaat misschien niet, maar klein geluk bestaat wel degelijk.
Niet een enkele keer, maar regelmatig zijn mensen met hun gedachten ergens anders dan bij datgene waar zij op dat moment mee bezig zijn. Anders gezegd: ook ik heb mijn hoofd er niet altijd bij. Daar komt bij, om met de Weense schrijver Alfred Polgar te spreken: “ich bin überall a bisserl ungern”. Een ongedurige drang om te vertrekken. Van waar dan ook maar. Iedereen kent het cliché: het landelijk leven is idyllisch, de stad is gevaarlijk. Kortom: onrust leidt tot escapisme.
Neen, dan het vertalen van oud-Griekse teksten: alle draden in je hoofd die er los bijhangen worden strak gespannen. De overbodige bedrading, slecht geaard en brandgevaarlijk, wordt gedwongen tot een harmonieuze inspanning en tot concentratie. Dit geeft een weldadige rust, want afleiding is volstrekt onmogelijk. Dat zou immers tot verlies van tekstbegrip leiden. Zo ontstaat er eenheid van tijd en plaats: het wonder der gelijktijdigheid. Alles valt samen. Een vorm van klein geluk, moeilijk om lang vast te houden, maar even was het er. Half elf ’s morgens is de ideale tijd. Je hebt de kranten gelezen, schenkt jezelf koffie in en gaat aan je bureau zitten. Je opent Homerus. Je begint met het herlezen van een passage die je eerder aansprak. Hardop, want zo geniet je er meer van.
Alternatieven zijn schaken of golfen, bezigheden met vergelijkbare eisen aan de concentratie. Of een heel andere taal gaan vertalen. Maar de oud-Griekse teksten hebben het bijkomende voordeel dat ze mooi zijn. Sommige hebben zelfs eeuwigheidswaarde. Tweeëneenhalf duizend jaar geleden waren de menselijke gevoelens precies als nu: haat, liefde, jaloezie, ambitie, eigendunk, zorgzaamheid, egoïsme, machtsstreven, moed, lafheid, trots, vreugde, verdriet, woede, angst, verbazing, walging en nog zoveel meer. Alles blijft. Ook dat stelt gerust.