Na het overlijden van keizer Nero viel hem een “damnatio memoriae” ten deel:
deze brandstichter moest uit het geheugen en de herinnering van het nageslacht worden gewist. Nero’s naam werd uit de archieven en van de gevels van openbare gebouwen verwijderd. Zijn standbeelden werden neergehaald, er mocht niet meer over hem gepraat worden. Gek genoeg is keizer Nero tot op heden de meest bekende van alle Romeinse keizers.
In het Moskou van de Sovjet Unie woonden wij in een zijstraat van de verkeersader ‘Oelitsa Gorkowo’, genaamd naar de communistische schrijver en protegé van Stalin, Maksim Gorki. Deze hoofdstraat is nu weer terug naar zijn oude naam ‘Tsverskaya Oelitsa’. Ook Maksim Gorki werd het slachtoffer van een “damnatio memoriae”. Toch wordt de schrijver nog altijd gelezen.
In Kyiv werd de vernoeming van de straat, waar de Nederlandse residentie aan ligt, omgezet van die van een Russische generaal naar die van de “bataljons van de vrijwilligers”. Decommunisatie heette dat. Alles wat in het straatbeeld aan Rusland deed denken moest verwijderd worden. Straatnamen, standbeelden, herdenkingsplaatsen. Het probleem is dat je in Kyiv de oude namen niet mocht vergeten, want taxichauffeurs bleven langs de oorspronkelijke straatnamen toeren.
Een mooi voorbeeld van de “damnatio memoriae” vind je in Frankrijk. Het debat over de kwaadaardigheid, dan wel onvermijdelijkheid van het Vichy regime woedt daar nog altijd voort. Eigenlijk weet men nog steeds niet wat te denken van maarschalk Pétain. Maar inmiddels zijn alle straatnamen, die naar hem vernoemd waren, gewijzigd. Voor een “Rue Maréchal Pétain” moet je helemaal naar Quebec reizen. Ook in de ver gelegen oude Franse concessie van Shanghai schijnt nog een “Rue Maréchal Pétain” te vinden te zijn. Toch is er, ondanks deze “damnatio memoriae”, geen enkele Franse scholier die niet weet wie maarschalk Philippe Pétain was. Held of verrader? Uiteindelijk een kwestie van data.
Soms zie je zelfs een opleving en hernieuwde belangstelling voor politici die uit het geheugen weggeveegd moesten worden: Mussolini, waarvan men in Italië tal van memorabilia kan kopen, zoals posters of magneetjes met zijn beeltenis voor op de ijskast. Hetzelfde geldt voor Stalin in Rusland. Zijn houten huisje in het Georgische plaatsje Gori is een toeristentrekpleister. Het lijkt er haast op dat een “damnatio memoriae” het tegengestelde effect sorteert van wat het beoogt.
En nu kom ik op het punt waar ik naartoe wilde. Hoeveel zin heeft het dat het “Prins Bernhard viaduct” in de Den Haag omgedoopt wordt, nu onlangs bewijs is gevonden van vermeende sympathieën uit het verleden van deze Landsheer? Het “Prins Clausplein” dan maar terug naar “knooppunt Leidschendam”?