De Vliegentennisser
Robbert Boonk • 18 april 2022
Reizen verrijkt je blik, je kennis en je relativeringsvermogen. In India, waar de wereld zo anders in elkaar zit dan hier, leerde ik o.a. dat welk werk je ook doet, zorg dat je er eer in legt. Doe wat je doet met passie of doe iets anders.
De vliegentennisser
Op weg naar Mumbai zaten we in het vliegtuig samen met een vlieg. Die verwacht je niet op ruim 1 km hoogte. Maar als je met een trap instapt, kan er natuurlijk net zo gemakkelijk een vlieg mee instappen. Geen probleem. Het deed me echter denken aan de vliegentennisser van het Royal Palace hotel in New Delhi. Een van de vorige dagen zaten we in de lobby te wachten op onze agent met wie we daar een bespreking zouden hebben. We waren iets te vroeg, dus tijd genoeg om rustig om je heen te kijken. Altijd heerlijk om ongegeneerd naar andere mensen te kijken. Bij voorkeur als ze het niet in de gaten hebben.
Behalve allerlei lieden waren er ook vliegen in de lobby. Niet veel maar toch enkelen. Een van de jongemannen in kostuum van het hotel liep daar rond met een plastic tennisracketje met in plaats van bespanning, elektrische draadjes. Met een simpele druk op de knop werd er stroom op de draadjes gezet vanuit de batterij in het handvat. Elke keer dat hij drukte, hoorde je een knetterend geluidje. De bedoeling was dat hij daarmee de vliegen achterna ging en met een rake klap, inclusief elektriciteit, de vlieg een snelle en pijnloze dood liet sterven.
Kennelijk was zijn ‘tennis’ nog niet zo goed, want ondanks verwoede pogingen, lukte het hem niet om de vlieg te raken, die in sierlijke bochten van mijn theekopje naar andermans koffiekopje vloog. Wel veel geknetter. De vlieg leek in de gaten te hebben dat er iemand met kwade bedoelingen achter hem aanzat. Hij (m/v, want dat kon ik niet zien) vloog nu met zig zag bewegingen overal naartoe. Het leek wel alsof de vlieg onze vliegentennisser aan het pesten was. “Kom dan, kom dan,” leek hij te roepen om dan ineens weer in een haakse bocht te verdwijnen. Het was veel leuker om hiernaar te kijken dan naar andere mensen. De vliegentennisser had bovendien in de gaten dat hij werd gadegeslagen door inmiddels meerdere mensen. Niemand lachte en iedereen keek weg als hij hun kant op keek. Dat voel je als tennisser en daar wordt het alleen nog maar erger door. Hij had nu enkele opties. Ofwel hij liep rustig weg
naar een andere locatie, de bar bijvoorbeeld, om daar vliegen weg te jagen. Zo van, ‘pfff, wat kan mij die ene vlieg schelen, er zijn er nog veel meer.’ Ofwel hij ging nog fanatieker achter deze vlieg aan. Hij koos voor het laatste. Het was tenslotte zijn eer te na om zomaar weg te lopen van de taak die hem was toevertrouwd. Dat was voor ons als toeschouwers natuurlijk veel leuker. Dat zal echter niet zijn overweging zijn geweest. Ondanks dat de lobby prima ge-airconditioned was, leek onze jonge vriend het steeds warmer te krijgen.
De vlieg had ondertussen de hele lobby al een paar keer rondgevlogen en misschien speelde hij ook wel een beetje vals. Net als in het verhaal van de haas en de schildpad, zou het best kunnen zijn dat hij een broertje had die zich stiekem achter een pilaar schuilhield om dan ineens tevoorschijn te komen. De vliegentennisser had inmiddels zijn mooie pet afgedaan, wreef zich met een zakdoek door het gezicht en keek steeds verbetener. Hij moest en zou die vlieg te pakken nemen. Het was zíjn vlieg en hij zou zorgen dat die voor altijd zou verdwijnen. Dat was zíjn taak en dat zou híj doen. Deze erezaak werd nu hoog gespeeld. Omdat hij natuurlijk niet kon gaan rennen, bleef hij de vlieg altijd net een stapje achter. Op enig moment was hij zo gebiologeerd door de vlieg dat hij zijn omgeving leek te vergeten en dwars over een tafeltje heen, de vlieg probeerde te raken. Aan dat tafeltje met vier stoelen zaten echter ook vier mensen. Ze hadden ook allemaal een drankje voor zich op het tafeltje staan. Een van de glazen met cola wankelde door deze actie vervaarlijk heen en weer, het tolde een beetje rond en je hoorde de ijsklontjes tegen het glas tikken. Enkele mensen keken op en twee van de andere tafelgenoten deinsden al achteruit. Gelukkig kon de eigenaresse van het drankje het nog net op tijd vastpakken. Onze vliegentennisser verontschuldigde zich natuurlijk en droop met een rood hoofd af. Iedereen moet gedacht hebben dat zijn jacht nu echt ten einde was. Zelfs onze vliegentennisser zelf. Maar alsof het zo moest zijn, kwam daar net de vlieg met een sierlijke boog aangevlogen. Precies binnen bereik van onze man. Met een gerichte klap en luid geknetter sloeg hij de vlieg dood. Een ace, set and match!
De vliegentennisser ging weer rechtop staan en keek met een triomfantelijke blik in het rond. Ineens was hij zich weer bewust van zijn omgeving en positie en pakte zijn pet van achter de toonbank en zette die op. Voorzichtig klonk er ineens een applaus vanuit de andere hoek van de lobby. Er volgde nog iemand en al gauw was er een luid applaus te horen. Veel mensen die dit schouwspel niet hadden gevolgd keken op en vroegen zich af wat er aan de hand was. Maar onze vliegentennisser liep, trots als een pauw naar de bar, waar ongetwijfeld nog meer vliegen te vangen waren.

