“The Cat from Hue” is geen gewoon boek. Het is een icoon. Het gaat terug naar het Vietnam van de Amerikanen. Tenminste dat dachten ze. Realistisch, hard en het laat je nadenken over wat moed eigenlijk is. De recensie van Ed Hoeks zorgt ervoor dat je meer wilt weten.
“The Cat from Hue”
De Amerikanen hadden ons bevrijd. Daarom was het ongepast je stem te verheffen tegen de Amerikaanse interventie in Vietnam, zo werd ons op het gymnasium in de zestiger jaren door onze leraar Grieks, een priester, voorgehouden. Pas toen ik veel later zelf een aantal jaren in Saigon woonde, begon ik alles te lezen over de Vietnamoorlog. Iedereen denkt dan natuurlijk meteen aan Michael Herr’s “Dispatches”, maar de Amerikaanse oorlogscorrespondent John Laurence (CBS en ABC news) schreef een oorlogsverslag dat de ‘Dispatches’ naar de kroon steekt: ”The Cat from Hue”, ruim dertig jaar na de oorlog geschreven.
De kracht van “The Cat” is niet alleen de felrealistische beschrijving van de oorlogshandelingen van 1968 tot begin zeventiger jaren, maar die kracht zit hem vooral in de thema’s die door de gebeurtenissen heen meanderen.
Zo komt de vraag “wat is moed” steeds opnieuw aan de oppervlakte. “Grace under pressure” zo beschreef Hemingway het verschijnsel moed. Laurence zelf was als correspondent bijgelovig, maar ook moedig: “going into battle without a weapon was my most important superstition. I believed that those of us who took no part in the killing were less vulnerable to becoming casualties ourselves”. Laurence is inmiddels 94 jaar oud. Jonge officieren die bij inkomende artillerie rechtop bleven staan. Was dat moed of bravado? En wat als die bravado voortkomt uit krankzinnigheid of irrationaliteit? Kan de moed die deze angst overwint nog wel moed genoemd worden? Is het weerstaan van een bevel ook moed?
Omdat zulke onderwerpen als moed, leiderschap, trouw, angst, egoïsme en vriendschap, al dan niet tussen de regels door, in het hele boek (845 pagina’s) de verhaallijn inkleuren, is “The Cat from Hue” wel vergeleken met tijdloze werken als de Ilias van Homerus, maar ook met de grandioze verslagen van oorlogscorrespondent Ernie Pyle uit de Tweede Wereldoorlog.
Een boek is vaak bijzonder vanwege de mooie zinnen die je zijn bijgebleven. Wanneer de Amerikanen na langdurige gevechten en ten koste van vele slachtoffers eindelijk de Citadel van de oude stad Hue beheersen, schrijft Laurence: “the American flag flies on the Citadel wall, but there is no breeze to blow it…” En na de gevechten (“shell shock”) hadden de Marines “the thousand-yard stare, their mind taking refuge in another reality”. De termen die de Amerikanen gebruikten voor de DOOD: “aced, blown away, bought it, croaked, dinged, fucked up, greased, massaged, porked, stitched, sanitized, smoked, snuffed, terminated, waxed, wiped out, zapped en natuurlijk het veelgehoorde “wasted”.
Zeer raak is zijn beschrijving van de sfeer in Saigon (“nothing was immediately measurable, an edge of intrigue and mystery”), de vervallen Franse koloniale architectuur, de oude boulevards en de vaak koude uitdrukkingloze gezichten (“they wore their faces like masks”) van de lokale bevolking. Hoe deze lokale bevolking de opbouw van de Amerikaanse aanwezigheid in hun land heeft ervaren, daarvan krijgt men een indruk indien we massaliteit van die aanwezigheid voor ogen houden: “the US military was moving in, some said invading, not just with soldiers, sailors, marines, airmen and women, but also with diplomats, government officials, technicians, clerks, cryptographers, spies, military police, aid workers, architects, doctors, legal advisors, construction gangs, engineers, entrepreneurs, business people, journalists, prostitutes, writers and entertainers”. Een representatieve vertegenwoordiging van de beroepsbevolking van een middelgrote Amerikaanse stad.
“The Cat from Hue”, meer dan een oorlogskroniek van iemand “who was in the thick of it”.