Op school lazen we “Iphigenia in Tauris” een Griekse tragedie van de schrijver Euripides. Ik heb me toen nooit gerealiseerd dat het toenmalige Tauris, een Griekse kolonie aan de Zwarte Zee, voor de huidige Krim stond.
We waren al blij als we na uren zwoegen een alinea van deze tragedie vertaald kregen. De aardrijkskundige context kon ons gestolen worden. Het betrof hier immers een louter taalkundige exercitie.
Nu pas besef ik dat het in de buurt van Sebastopol was, waar Iphigenia haar slachtoffers levend offerde. De Godin Athene bevrijdde haar van deze gruwelijke taak, die Iphigenia, als dienares van de Godin Artemis, moest uitvoeren. De boodschap voor het publiek was: in het Griekenland van de vijfde eeuw voor Christus passen geen mensenoffers meer.
Deze redding van Iphigenia heeft de bloedige lotsbestemming van het schiereiland niet kunnen voorkomen: moord, doodslag, verdrijving, eeuwige verbanning, strijd en discriminatie, machtsovernames, annexatie tot aan de huidige oorlog toe.
Ook de oude Grieken namen beslissingen op basis van volksraadplegingen, in de vorm van een schervengericht. Kwam je naam te vaak voor op een door de burgers geschreven scherf, dan kon dat tien jaar verbanning opleveren. Maar het was wel een vorm van democratie.
De absurditeit van de huidige referenda in bezet Oekraïens gebied doen eerder denken aan de “Dode Zielen” van Gogol. De duizenden doden uit bezet gebied moeten zeker vanuit de hemel hun zegening aan de aansluiting bij Rusland geven.
Tweeëneenhalf duizend jaar na de Griekse beschaving en kolonisering van de Krim zien we nu, daar op datzelfde schiereiland, mensenoffers en schervengerichten, zo vals een wolfshond, alle vooruitgang tenietdoen.